
De instellingen hebben invloed op de wijze waarop e-mail wordt
verzonden, ontvangen en weergegeven.
Het is mogelijk dat u de configuratie-instellingen voor de
e-mailtoepassing ontvangt als configuratiebericht. Zie Dienst voor
configuratie-instellingen op pagina 11. U kunt de instellingen ook
handmatig invoeren. Zie Configuratie op pagina 62.
Als u de instellingen voor de e-mailtoepassing wilt activeren, selecteert
u Menu > Berichten > Berichtinstellingen > E-mailberichten en
selecteert u een van de volgende opties:
Configuratie: selecteer de set die u wilt activeren.
Account: selecteer een account die door de serviceprovider is verstrekt.
Mijn mailnaam: voer uw naam of alias in.

B e r i c h t e n
45
E-mailadres: voer het e-mailadres in.
Ondertekening bijvoegen: u kunt een handtekening definiëren die
automatisch aan het einde van uw e-mailbericht moet worden
toegevoegd wanneer u het bericht opstelt.
Antwoordadres: voer het e-mailadres in waarnaar de antwoorden
moeten worden verzonden.
SMTP-gebruikersnaam: voer de naam in die u voor uitgaande
e-mailberichten wilt gebruiken.
SMTP-wachtwoord: voer het wachtwoord in dat u voor uitgaande
e-mailberichten wilt gebruiken.
Terminalvenster tonen: selecteer Ja als u een handmatige
gebruikersverificatie voor intranetverbindingen wilt uitvoeren.
Type inkomende server: selecteer POP3 of IMAP4, afhankelijk van het
type e-mailsysteem dat u gebruikt. Als beiden typen worden
ondersteund, selecteert u IMAP4.
Inkomende mailinstellingen: selecteer de beschikbare opties voor
POP3 of IMAP4.